Ik ben weer terug. Eigenlijk al sinds zaterdag, maar met de laatste loodjes van mijn bachelorproject en andere activiteiten ben ik er nog niet aan toe gekomen dat eerder te berichten. Het was een reis met ups en downs – en dan bedoel ik niet alleen de golven. Ik ben best zeeziek geweest, maar verder heb ik ook ontzettend kunnen genieten van de reis en heel veel lol gehad met iedereen aan boord.
De volgende zeven berichten zullen bestaan uit wat ik aan boord opgeschreven heb. Hier volgt de eerste.
”
Gisteren aangekomen in Harlingen en op de Morgenster gearriveerd, waar ik vernam de “red watch” te hebben, van 8 tot 12 en van 20 tot 24 uur. Klinkt goed, behalve dat hierbij komt dat we niet in hutten, maar in de eetzaal op de banken en in hangmatten slapen. Ik heb er nu één nacht op zitten in mijn slaapzak op mijn stukje bank van ~40 cm breed en ben nu al moe van het bekrompen en onderbroken slapen – maar dat zou ook aan de crew party van gisteravond kunnen liggen.
Vanochtend zijn we gaan klimmen in het wand van het schip, met een harnasje aan om jezelf te zekeren natuurlijk. Ben tot op het tweede platformpje (echte zeelui noemen dit een kraaiennest) gekomen. Dood eng. Dat doe ik nooit meer. ‘s Middags de “harbour challenge”: verschillende opdrachten rond de haven van Harlingen uit te voeren met ons team (bestaande uit de red watch) om zoveel mogelijk punten binnen te halen. Helaas hebben we gewonnen, hetgeen betekent dat er nu een mooie koperen bel met inscriptie in onze slaapkamer vertoeft, waarmee we hopelijk niet gewekt worden morgenochtend.
Maar het was leuk, cooral natuurlijk door de leuke mensen. Zo hebben we Søren, een Deen wiens naam bijna niemand uit kan spreken en met wie ik het tenminste een beetje over natuurkunde kan hebben – een beetje want hij is een engeneer. En Max, een Fransman met wie ik op jacht ben gegaan naar een sterrenkaart (helaas neit gevonden) en schoenen voor hem (dat was makkelijker).
Je kunt vast begrijpen dat met al deze nationaliteiten aan boord het niet makkelijk was om dit verhaal in het Nederlands te beginnen. Ik vind het ook lichtelijk irritant als de nederlandse trainees of bemanning aan boord me in het Nederlands aanspreken als ik net uit een Engelse conversatie kom. Ach, we schijnen binnen twee dagen allemaal vloeiend “Morgenster English” te spreken.
Morgen is de sail out, waarna we overigens weer gewoon de haven in varen om de passagiers die even mee gaan af te zetten. Maandag zullen we het startpunt van de race bereiken, dus ik kan maar beter veel slaap proberen te krijgen op mijn 40 cm. Weltruste.
“
Achteraf gezien is er van dat Engels niet zo veel terecht gekomen. Ik heb zo veel Nederlands en Frans tussendoor gesproken en gehoord, dat mijn Engels werkelijk nergens naar klonk. Gelukkig waren er geen Britten aan boord om me te bekritiseren. Binnenkort het volgende bericht vanaf zee!