Zaterdag was het dan eindelijk zover: het sponsordiner. Vrijdagavond vanaf een uur of zes (sommige mensen hebben wiskunde tot vijf uur) tot ongeveer middernacht en zaterdag, na een queeste langs markt, winkels en supermarkt voor de laatste boodschappen, tot de eerste gasten binnen kwamen, hebben we in de keuken gestaan, mijn moeder en ik. Ik vond het heerlijk om te doen, en enigszins vermoeiend. Mijn moeder vond het tamelijk vermoeiend en behoorlijk stressvol maar toch wel leuk (“volgende keer maken we gewoon stamppot!”).
De gasten vonden het eten heerlijk en dat mocht ook wel: Vooraf een torentje van blini’s met zalm, rode bieten en courgette en een gegrild broodje met champignons in knoflooksaus. Daarna pompoen-paprikasoep. Als hoofdgerecht boeuf bourguignon (Franse stoofpot met rode wijnsaus) en voor de vis-maar-geen-vlees-eter een Italiaansig visstoofpotje van kabeljauw. En maar liefst twee desserts: eerst crème brûlée (mijn lievelings) en voor bij de koffie of thee, citroen meringue. Had ik al gezegd dat we alles helemaal zelfgemaakt hebben?
Leuk natuurlijk, maar heeft het nou wat opgeleverd? Zeker wel, tot nu toe heb ik €345 binnengehaald! Hiervoor bedank ik natuurlijk de gasten van het diner: Mart, Ton, Pim, Hettie en Monique, maar zeker ook iedereen die nog extra lieve donaties heeft gedaan, zoals Ireen en Rita die helaas zaterdag niet konden, maar alsnog een kaartje hebben gekocht. Ontzettend bedankt jullie allemaal! Natuurlijk ook mijn ouders, bedankt voor het sponseren van de boodschappen en Jerom (mijn broertje) dat hij toch heeft meegegeten en zelfs geholpen heeft met uitserveren. And last but not least: een overweldigend applaus voor mijn moeder voor het helpen organiseren en bereiden van het diner! Mam, je bent geweldig.
And now for something completely different, gister was ik bij het symposium (chique woord dat academici gebruiken voor bijeenkomst met sprekers) van de NSA (de studievereniging van wis- en natuurkunde van de UvA). Het was deze keer zeer druk bezocht en dat zal ongetwijfeld te maken hebben met de laatste spreker: David Griffiths. Deze man is naar mijn weten in de gewone wereld geen beroemdheid, maar hij is de held van alle natuurkundestudenten. Hij is namelijk auteur van drie van onze studieboeken en deze boeken zijn – hoe zal ik het zeggen – geweldig. Lastige stof legt hij glashelder uit, en daarbij schrijft hij ontzettend grappig. (N.B. Ik extrapoleer hier wel een beetje, ik ken namelijk (nog) maar twee van zijn boeken.) Zo kwam het dus dat na afloop van het symposium er bij de koffiehoek een rij van ongeveer een uur stond met boeken in hun handen om te laten signeren. Zonder J.K. Rowling, mét David J. Griffiths.